Wereldoriëntatie als hart van het onderwijs

Kinderen oriënteren zich op de wereld om hen heen. Daarvoor hebben ze een aantal vaardigheden nodig die door de jaren heen worden aangeboden zoals: lezen, rekenen, schrijven, verslagen maken, vragen stellen, naslagwerken gebruiken en dergelijke.

Vanuit onze katholieke identiteit is er aandacht voor zinzoekend en levensbeschouwelijk onderwijs.Kinderen en leerkrachten krijgen ruimte om een eigen bijdrage te leveren aan de invulling van projecten.

Rekenen en taal worden toegepast in wereldoriëntatie. Daar worden ook de leervakken als geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde, biologie, wetenschap en techniek in vervlochten. Ook de creatieve onderdelen van het leerplan, zoals beeldende vorming, tekenen, muziek en drama krijgen een plek in wereldoriëntatie.

Wereldoriëntatie wordt vormgegeven in projecten die grotendeels zijn afgeleid van het International Primary Curriculum (IPC). Het verloop van een project kent een eigen volgorde en is te volgen op de prikborden in elke stamgroep. Daar is te lezen wat de projectdoelen zijn. Kinderen bepalen ook hun eigen leerdoelen.

Twee keer per jaar vindt er een schoolproject plaats. Er wordt in toenemende mate gezocht naar een verbinding met de actualiteit en naar leerbehoeften van groepen en van kinderen.